Rasstandaard
De Old English Sheepdog is een Engels hondenras ook wel bekend onder de benaming bobtail, omdat de staarten van de honden werden gecoupeerd. Dat komt, volgens overlevering, omdat je in Groot-Brittannië enkel belastingen voor honden hoefde te betalen als de hond een staart had. Sinds 2001 mogen honden niet meer worden gecoupeerd, de honden hebben nu een normale staart.
Korte historische samenvatting
Hoewel de herkomst van de Old English Sheepdog als Groot Brittannië geregistreerd is, is het waarschijnlijker, dat zijn eigenlijke afkomst een combinatie is van Europese Herdershonden als Owtcharka en Bergamasco met de Herdershonden van Groot Brittannië. Hij wordt nu beschouwd als een van oorsprong (oorspronkelijk) Brits ras, vaak Bob-Tail of bobtail genoemd. Sterk, compact en overvloedig behaard; zijn vacht is een onderscheidend raskenmerk en is weerbestendig. In feite een land hond, intelligent en vriendelijk; hij heeft een opvallend klinkende blaf voldoende om indringers af te schrikken.
De Old English Sheepdog is ingedeeld bij de FCI in Group 1, Section 1 Sheepdogs #16
Algemeen voorkomen
- Een sterke, vierkant tonende hond van grote evenredigheid en algehele soundness. Volkomen vrij van hoogbenigheid, geheel overvloedig behaard.
- Een stevig bespierde, goed ontwikkelde hond met een zeer intelligente uitdrukking.
- De natuurlijke contouren horen niet kunstmatig veranderd te worden door knippen of scheren. Een hond met een groot uithoudingsvermogen, vertoont een geleidelijk oplopende toplijn.
- Van boven af gezien een peervormig lichaam.
- Het gangwerk heeft een typische rollende gang tijdens de telgang of stap.
- De blaf heeft een kenmerkende klank.
Belangrijke verhoudingen
De hond staat lager bij de schoft dan bij de lendenen. Hoofd in verhouding tot de maat van het lichaam. De voorsnuit is ongeveer de helft van de totale lengte van het hoofd.
Gedrag-Temperament
Een gezeglijke hond met een gelijkmatig karakter. Onverschrokken, trouw en betrouwbaar, zonder een spoor van zenuwachtigheid of niet uitgelokte agressiviteit.
HOOFD
Schedelgedeelte
Schedel: Ruim, tamelijk vierkant, goed gewelfd boven de ogen.
Stop:goed aangeduid-duidelijk uitkomend – uitgesproken.
Aangezicht
Neus: De neus is groot en zwart, de neusgaten ruim.
Voorsnuit: Sterk, vierkant en afgeknot.
Kaken en gebit: De tanden zijn sterk, groot en regelmatig geplaatst. Schaargebit. Sterke kaken, met een volmaakt, regelmatig en volledig schaargebit, te weten de boventanden nauw sluitend over de ondertanden en recht op de kaak geplaatst. Een tanggebit is aanvaardbaar, maar ongewenst.
Ogen: Ruim uit elkaar staand. Donker of “wall eyes”. Twee blauwe ogen zijn aanvaardbaar. Lichte ogen zijn ongewenst. Pigmentatie van de oogranden geniet de voorkeur.
Oren: Klein en worden vlak/plat tegen de zijkanten van het hoofd gedragen.
Hals: Tamelijk lang, sterk, en sierlijk gebogen.
Lichaam: Tamelijk kort en gedrongen. De hond staat lager bij de schoft dan bij de lendenen.
Lendenen: Zeer stevig, breed en licht gebogen.
Borst: Diep, ruime borstkas. De ribben goed gewelfd.
Staart
Voorheen gewoonlijk gecoupeerd of natuurlijke kortstaart. Gecoupeerd: Gewoonlijk volledig gecoupeerd. Ongecoupeerd: Natuurlijk gedragen. Goed behaard met overvloedige vacht van harde structuur.
LEDEMATEN
Voorhand
Schouders: Moeten goed terug liggen en zijn nauwer bij de schoft dan bij het boeggewricht. Beladen schouders zijn ongewenst.
Ellebogen: Sluiten goed aan tegen de borstkas.
Voorbenen volmaakt recht, met ruim voldoende bone, zij houden het lichaam goed van de grond.
Voorvoeten: Klein, rond en stevig. Tenen goed gebogen Zolen dik en hard. Noch naar binnen noch naar buiten gedraaid.
Achterhand
Dicht behaard, rond en gespierd.
Knie: Goed gebogen, maar niet overdreven.
Tweede dij : lang en goed ontwikkeld
Hakken laag geplaatst.
Hakken: Parallel, van achteren gezien.
Achter voeten: Klein, rond en stevig. Tenen goed gebogen. Zolen dik en hard. Noch naar binnen noch naar buiten draaiend.
Beweging: Tijdens de stap vertoont de hond een beerachtige rollende beweging van achteren. Bij het draven, toont hij moeiteloos uitgrijpen en een sterk stuwende achterhand, terwijl de benen recht in de lijn van de voortbeweging gaan. Zeer veerkrachtig in galop. Bij lage snelheid kunnen sommige honden in telgang gaan. Tijdens het gaan wordt het hoofd soms van nature lager gedragen.
VACHT
Vacht
Vacht: Overvloedig, van een goede harde structuur, niet recht, maar ruig en vrij van krul. De ondervacht vormt een waterdichte laag. Hoofd en schedel zijn goed bedekt met haar, de oren zijn matig behaard, de hals is goed behaard, de voorbenen zijn rondom goed behaard, de achterhand is zwaarder behaard dan de rest van het lichaam. De kwaliteit en structuur zijn belangrijker dan alleen maar lengte en het overvloedige van de vacht.
Kleur: Iedere tint grijs, grauw of blauw. Lichaam en achterhand eenkleurig, met of zonder witte sokken. Witte vlekken in het eenkleurige gedeelte moeten niet aangemoedigd worden. Hoofd, nek, voorhand en onderbuik zijn wit, met of zonder aftekening. Iedere tint bruin is ongewenst.
Maat
Reuen 61 cm ( 24 inches ) en groter.
Teven 56 cm ( 22 inches ) en groter.
Type en evenredigheid zijn van het grootste belang, en mogen in geen geval worden opgeofferd aan alleen de maat.
Fouten
Iedere afwijking van de hiervoor genoemde punten dient als fout te worden aangerekend en de ernst waarmee de fout moet worden aangerekend hoort evenredig te zijn met de mate waarin de fout zich toont en de invloed ervan op de gezondheid en of het welzijn van de hond.
Diskwalificatie
Agressief of schuw (overdreven). Elke hond die duidelijke lichamelijke- of gedragsafwijkingen vertoont dient gediskwalificeerd te worden.
NB: reuen dienen twee normaal ingedaalde testikels te hebben.